Als een cliënt drager is van een BRMO is het belangrijk extra infectiepreventiemaatregelen toe te passen. Ook moeten zowel de cliënt als andere zorgverleners op de hoogte gesteld worden om verspreiding van de BRMO te voorkomen.
Door een toenemende prevalentie van BRMO neemt het aantal cliënten met een BRMO ook in de thuiszorg toe. Als één van jouw cliënten een bijzonder resistent micro-organisme (BRMO) met zich meedraagt, hou dan in ieder geval rekening met deze drie dingen.
Extra hygiënemaatregelen
Om verspreiding te voorkomen, is het belangrijk dat je extra hygiënemaatregelen treft. Informeer binnen je organisatie of hier eigen beleid voor is gemaakt. Is dit er niet? Raadpleeg dan de hygiëne adviezen voor de thuiszorg van het RIVM.
De cliënt informeren
Als BRMO-dragerschap ontdekt is, moet de cliënt geïnformeerd worden. Meestal zal de huisarts of behandelend arts in het ziekenhuis of revalidatiecentrum dit al gedaan hebben voordat de cliënt thuizorg ontvangt. Mocht er bij de cliënt toch nog onduidelijkheid zijn over het BRMO-dragerschap dan is het goed te weten dat er folders en ander informatiemateriaal beschikbaar zijn van verschillende organisaties (zie onze pagina Richtlijnen, tools & scholing) die je met je cliënt zou kunnen delen. Daarnaast is het sowieso goed om de cliënten, hun mantelzorgers en hun bezoekers ook uitleg te geven over de extra hygiënemaatregelen en het belang van goede handhygiëne.
Andere zorgverleners informeren
Als thuiszorgmedewerker zul je meestal van de cliënt zelf, de zorginstelling of de huisarts van de cliënt. horen dat deze een resistente bacterie bij zich draagt. Het is belangrijk dat deze informatie duidelijk in het dossier van de cliënt staat zodat alle thuiszorgmedewerkers die het huis van de cliënt zullen bezoeken op de hoogte zijn en gepaste maatregelen kunnen nemen.
Vragen?
Heb je opmerkingen of wil je meer weten over wat het zorgnetwerk voor jouw thuiszorgorganisatie kan betekenen? Neem dan contact op met Jenny Nieuwenhuis.
